De Capucijner Blauwschokkers is een fors gewas, kan 2 meter hoog worden (dus een rijstype). Zowel de bloemen als peulen zijn paars. Geschikt voor vers gebruik en bewaring.
Capucijners zijn te vergelijken met doperwten, d.w.z. alleen de zaden kunnen geconsumeerd worden. Het meest gebruikelijk is de zaden vers te consumeren; invriezen kan eveneens prima (wel licht blancheren). Een tweede mogelijkheid is het gewas af te laten rijpen en de gedroogde zaden te gebruiken.
Verse peultjes, doperwten en capucijners zijn de smaakmakers van de groentetuin. Problemen met ziekten en plagen zijn er nauwelijks en dat maakt het des te aantrekkelijk om deze gewassen zelf te telen. Men kan volstaan met weinig mest. Er zijn twee hoofdgroepen te onderscheiden: kort met een lengte tot ca. 70 cm (stam) en lange typen (rijstypen).
De rijstypen moeten in ieder geval langs gaas geteeld worden. Bij de teelt langs gaas kan aan beide zijden van het gaas een rij gezaaid worden. Een gebruikelijke rijafstand bij stamtypen is 50 cm, in de rij zaaien op 3 tot 5 cm. In verband met muizen en vogels voldoende diep zaaien (3 tot 4 cm).
Voor alle kapucijners, erwten en peulen geldt dat een vroege uitzaai (maart/april) de beste resultaten oplevert; zaaien in mei en later geeft onvoldoende peulzetting en problemen met meeldauw.
- Zaaien in volle grond maart tot half mei
- Plantafstand in de rij 3 cm
- Tussen de rijen 150 cm
- Standplaats Zonnig
- Inhoud gram 75 gram voor 10 m2
|
