2 biominerale voedingen voor de bloei periode. De sporenelementen in het minerale deel zijn aan chelaat gebonden. Het ijzer zelfs aan het Fe-EDDHA chelaat, dat bij alle pH waarden goed opneembaar is. Het biologische deel bevat meer dan 30 sporenelementen, koolhydraten, aminozuren en een plantaardig hormoon dat de chlorofylvorming stimuleert. Zowel een complete hoofdvoeding als een biologische stimulator in ein dus.
voor de eerste helft van de bloeiperiode Sweet Jane 1 (NPK 7-7-7)
voor de tweede helft van de bloeiperiode sweet Jane 2 (NPK 2-4-9)
(Het is dus geen 2-componenten A en B voeding)
De advies dosering voor Sweet Jane 1 en 2 is maximaal 10 milliliter op 2 liter water voor volwassen planten. Geef het elke waterbeurt mee. Halveer de dosis voor planten kleiner dan 30 centimeter.
Waarom 2 voedingen voor de bloeiperiode ?
Omdat de voedingsbehoefte van de plant in de bloei niet steeds hetzelfde is, de NPK verhouding verloopt. In de eerste weken van de bloei groeien planten nog en daarna niet meer, een heel verschil dus ! en zo ook in voedingsbehoefte.
Een voedingsschema voor op grond is in feite erg moeilijk te geven omdat het in veel gevallen met de praktijk situatie bitter weinig van doen heeft. Er zijn namelijk veel te veel variabele factoren. Denk bijvoorbeeld alleen al aan verschillen in de hoeveelheid grond die men per plant gebruikt, de ene kweker 5 liter en de andere 15 liter, dat levert al een totaal verschillend voedingsschema op, en dan nog eens de samenstelling van de grond die ook weer overal verschillend is, en ga zo maar door.
Geen voedingsschema dus, maar in plaats daarvan een aantal belangrijke zaken waar op gelet moet worden bij het voeden in de praktijk situatie :
Wanneer de temperatuur hoger wordt moet de dosering omlaag omdat de plant dan meer water opneemt. Een hoge voedingsdosering gecombineerd met een hoge temperatuur kan verbrande planten opleveren.
Verlaag de dosering bij langzaam groeiende, stilstaande of zieke planten.
Meer grond betekend minder voeden.
Houdt rekening met de EC waarde van de grond waarmee je begint als je gaat voeden. Wanneer grond is voorbemest kun je beter pas na een paar weken met de voeding beginnen. Voor die beginfase kun je het best bladvoeding gebruiken zodat je zeker weet dat de planten alle sporenelementen krijgen en de EC-waarde van je grond in toom houd.
Vooral bij het kweken op grond lopen we het risico dat we N, P, of K te veel geven. Dat wat we te veel geven wordt door de plant niet opgenomen en blijft in de grond achter. Na verloop van tijd zal de EC waarde van je grond te hoog kunnen worden. Er ontstaat een te grote voorraad van bepaalde meststoffen. Dit werkt in het nadeel van de planten, ze zullen moeite krijgen met het opnemen van water. Bovendien is een hoge concentratie mineralen in het medium slecht voor het bodemleven. Daarom is het zaak zo veel mogelijk op maat te voeden om later in de kweek te grote overschotten te voorkomen. Het is een kwestie van met vooruitziende blik voeding geven met name als het gaat om grondteelt, je kunt tenslotte niet gaan doorspoelen op grond zonder dat dit een te natte grond oplevert.
Wortels nemen het makkelijkst water op uit een voedingsoplossing met een lage concentratie elementen, dus bij een lage EC. De concentratie ionen in de plantcel is dan hoger als daarbuiten en dat zorgt voor een osmotisch effect: Het water word gewoon de cel ingetrokken. Moeilijker word het als het water daarbuiten zelf al een hoge concentratie ionen kent (Een hoge EC dus). De plant moet dan intern aanpassingen aanbrengen om weer voldoende zuigkracht te ontwikkelen. Bij een stijgende EC neemt de productie aanvangkelijk niet af maar de wateropname wel. Bij een nog verdere stijging van de EC zal de plant minder gaan produceren.
kortom : geef voeding op maat , niet op voorraad !