Bij het werken met poeder moet er goed op worden gelet, dat het poeder in een dunne laag gelijkmatig over de stekbasis is verdeeld. Anders zou de stek op sommige plaatsen dichter kunnen bewortelen dan op andere. Ook moet worden voorkomen, dat poeder met bladeren of andere plantendelen in aanraking komt; dit kan eventueel beschadigingen veroorzaken.
Een behandeling van de stekken met poeder is simpel. De stekken worden eenvoudig, afzonderlijk of per bundel, met de basis in de te gebruiken poederconcentratie gedipt. De diepte waarmee de stekken worden gedipt is bepalend voor de hoogte tot waar wortelgroei kan worden verwacht. De stekken zullen over het hele bepoederde stengeloppervlak wortels gaan vormen. Na het indopen van de stekken wordt het teveel aan poeder afgeschud, zodat de basis van elke stek gelijkmatig rondom van een poederlaagje is voorzien. Bij sommige toepassingen zoals marcotteren, kan het poeder ook met een schoon, droog kwastje op de te behandelen plaats worden opgebracht.
Bij gewassen die moeilijk en traag wortelen waardoor de uniformiteit te wensen overlaat, is een combinatie van poederdip en bespuitmethode een mogelijke oplossing. Eerst worden de stekken in poeder gedipt en dan gestoken. Vervolgens wordt een Rhizopon oplossing, tot afdruipen toe, over de stekken gespoten.
|
